Technologie

Wij gebruiken bij het geven van lessen en het doen van fittings verschillende soorten high tech apparatuur, om zo nauwkeurig mogelijk te kunnen werken en wanneer nodig uw swing te kunnen verbeteren. Zo beschikken wij onder andere over een TRACKMAN & FLIGHTSCOPE, ook wel launchmonitoren genoemd.

Een launch monitor vertelt heel wat

Een moderne launch monitor, bv. de Flight Scope of de TrackMan, maakt gebruikt van doplerradartechniek. Met behulp van geavanceerde software kan uw pro een grote hoeveelheid nuttige gegevens meten over de manier waarop u speelt en daaruit opmaken wat er moet worden veranderd om betere resultaten te halen. Hier volgen enkele voorbeelden:

Aanvalshoek – Geeft aan of u de bal boven, in het midden of onderin raakt. Met de juiste hoek geeft u uw driver extra lengte.

Swingrichting – Geeft de algemene swingrichting aan, d.w.z. of de club van binnen naar buiten, van buiten naar binnen of recht naar de bal toe gaat.

Clubspoor – Dit is het werkelijke swingspoor van de club bij het slaan. Het is een combinatie van de aanvalshoek en de swingrichting.

Hoek van het slagvlak – Square, open of gesloten is bepalend voor de richting waarin de bal start. De hoek bepaalt, samen met het clubspoor, of de rotatieas van de bal rechts of links overhelt en dus ook of de bal naar rechts of naar links krult.

Smashfactor – De smashfactor is de verhouding tussen de balsnelheid en de clubsnelheid. Deze kan 1,5 bedragen met een perfect geslagen driver. Clubs met een grotere loft hebben een lagere smashfactor.

Clubsnelheid – Belangrijk gegeven, zowel om een shaft te kiezen als om te zien of de speler de hoogste clubsnelheid haalt bij het slaan, ervoor of erna.

Balsnelheid – De snelheid waarmee de bal van de club wegschiet. Hieraan kan de pro zien hoe consequent de speler slaat bij de impact. 

Spingetal – Geeft aan hoeveel backspin de bal heeft bij het vertrekken vanaf de club. Voor maximale lengte is zo min mogelijk spin nodig, terwijl in het korte spel vaak een hoog spingetal te verkiezen is.

Uitgangshoek – De hoek tussen de ondergrond en de balvlucht wanneer de bal de club verlaat. Een afwijking tussen de gemeten uitgangshoek en de normale hoek kan erop wijzen dat er iets moet worden gewijzigd.

Dynamische loft – De reële lofthoek bij het treffen. Als u van bovenuit of van onderuit op de bal slaat, neemt de daadwerkelijke lofthoek toe of af ten opzichte van die van de club.

Carry – Alle spelers moeten weten hoe ver de bal vliegt met de verschillende clubs en ook de totale lengte kennen.

Zijdelingse afwijking – Geeft aan in meters hoever de slag naast het bedoelde punt gaat.

Landingshoek – Geeft aan hoe vlak of hoe steil de bal landt. Daarvan hangt ook af of de bal snel tot stilstand komt of nog doorrolt.